Compassie betekent zoiets als zorgdragen voor kwetsbaarheid, voor hartepijn.
Compassie – of mededogen – omarmt een rijkdom aan zachte krachten zoals geduld, verbinding, aandacht, zorg, begrip en liefde. Het woord zelf verwijst letterlijk naar betrokkenheid bij (Latijn ‘com’) het lijden (Latijn ‘passio’). Dat lijden kan zowel een ander als jezelf betreffen. In het laatste geval spreken we van zelfcompassie. Door je te verbinden met dit lijden ontstaat als vanzelf ook de wens het te verlichten.
Misschien denk je bij compassie door die zachte krachten dat het iets ‘softs’ is, maar vergis je niet… Er zit ook een heel actieve, krachtige component in, waarbij je niet alleen leert luisteren naar grenzen en behoeften, maar er ook naar leert handelen. En vooral dat laatste kan soms best uitdagend en soms zelfs confronterend zijn!
Onze kwetsbaarheid is een gedeeld lot, dat de basis vormt voor ons vermogen tot compassie. In onze gedeelde menselijkheid vinden we troost bij elkaar, en kunnen we ervaren dat we niet alleen zijn.
Waar mindfulness de aandacht richt op ervaringen in het hier en nu (Wat ervaar ik op dit moment?) gaat het bij (zelf)compassie meer om de vraag: En wat is daarin nodig? Daarin vullen ze elkaar prachtig aan.
Als mindfulness en (zelf)compassie hand in hand gaan, ontstaat ware levenskunst.